Verloskundige Danielle Wesseling van praktijk Morgenland uit Dronten vertelt deze maand over wat zij meemaakt bij het uitoefenen van haar beroep.
Regelmatig krijg ik van hoogzwangere vrouwen de vraag op het spreekuur, ‘Kan de baby nu nog omdraaien?’. ‘Ja, alles kan, maar ik verwacht het niet’, antwoord ik dan. Ik heb er vaak genoeg een appeltaart op in gezet. Bij een hoogzwangere die haar eerste of tweede kind krijgt durf ik dat gerust te doen, dan draait een baby niet zomaar van hoofdligging naar een stuitligging. Naarmate een vrouw meer kinderen krijgt, des te instabieler is de ligging van de baby bij 8 a 9 maanden zwangerschap. Nu krijgt tegenwoordig in Nederland 1 op de 10 vrouwen een gezin met meer dan vier kinderen. Met uitzondering van bepaalde plaatsen, op Urk is dit bijvoorbeeld het geval 4 op de 10 vrouwen het geval. Gemiddeld krijgen ouders in Nederland nu 1 of 2 kinderen, om precies te zijn 1,43 kind (bron: CBS). Dus de instabiele ligging is iets wat door de jaren heen minder voorkomt. Vooral als een kindje nog niet is ingedaald kan het nog van ligging veranderen, ook al is de vrouw al uitgerekend en 40 weken zwanger. Zo ben ik weleens gebeld door een zwangere die één week over tijd liep van haar zesde kindje. Ze vertelde dat ze zojuist had gevoeld dat de baby gedraaid was. Kort na dit telefoontje constateerde ik met de echo inderdaad dat deze baby last minute nog in stuitligging was gaan liggen. Gelukkig was deze baby in het ziekenhuis weer terug te draaien naar hoofdligging en kon de bevalling kort daarop beginnen. En die appeltaart, daar hebben we in de kraamweek samen een stukje van gegeten!
Bron: de Drontenaar
Uitgave: Februari