Verloskundige Danielle Wesseling van praktijk Morgenland uit Dronten vertelt elke maand over wat zij meemaakt bij het uitoefenen van haar beroep.
Tijdens een zwangerschap komen (aanstaande) ouders gemiddeld zo’n twaalf tot veertien keer bij ons op de praktijk. De controles verspreiden we over de zwangerschap, die gemiddeld 40 weken duurt. Tijdens sommige controles vinden ook echo-onderzoeken plaats.
Bij acht weken zwangerschap kunnen we bijvoorbeeld zien of er een kloppend hartje aanwezig is en of het een één- of tweeling is. Tijdens de echo tussen tien en twaalf weken kunnen we aan de hand van de metingen die we doen de uitgerekende datum betrouwbaar bepalen.
Aan het eind van de zwangerschap rond zo’n 35 a 36 weken zwangerschap controleren we vaak met de echo of de baby ook daadwerkelijk met het hoofdje naar beneden ligt. Dit is namelijk de beste positie waarin een baby geboren kan worden.
Tijdens deze ‘liggingsecho’ is de buik van de zwangere bijna op z’n grootst en dat betekend dat we veel echo-gel nodig hebben om de echo te kunnen maken. De echo-gel zorgt ervoor dat de geluidsgolven van het echoapparaat de baby in beeld kunnen brengen. Als we geen echo-gel gebruiken kunnen we ook niks zien met de echo.
Het aanbrengen van de blauw gekleurde echo-gel op de buik levert nog wel eens verschillende reacties op. Vooral als kinderen mee zijn naar de controle van hun moeder kijken ze raar op als we de buik van deze ‘smurrie’ voorzien.
Laatst kreeg ik een reactie van een grote broer die ik niet zelf had kunnen bedenken. Zodra ik de tube gel leeg knijp op de buik van de zwangere hoor ik: ‘Aaah mam, baah kijk nou… dat is smurfensnot!’. Jaa… je moet er maar op komen!
Bron: de Drontenaar
Uitgave: Oktober